HartslagNu is het alarmeringssysteem van de stichting Hartslag voor Nederland
Het alarmeringssysteem van Stichting Hartslag voor Nederland
Deze stichting is een samenwerkingsverband van regionale ambulancediensten. Doel is het bevorderen en faciliteren van burgerhulpverlening aan slachtoffers van een acute circulatie- of hartstilstand. Met het alarmeringssysteem HartslagNu worden burgerhulpverleners vanuit de Meldkamer Ambulancezorg gealarmeerd wanneer er in hun woon- of werkomgeving een melding is van een circulatie- of hartstilstand.
Voor meer informatie over de werking van HartslagNu kunt u terecht op de website www.hartslagnu.nl
Iedereen die een circulatie- of hartstilstand krijgt is gebaat bij snelle hulp. Hoe eerder er gereanimeerd en gedefibrilleerd wordt des te beter. De kracht van het systeem is het samenbrengen van een slachtoffer, een burgerhulpverlener en een beschikbare AED.
Aanmelden kan via www.hartslagnu.nl
AED staat voor Automatische Externe Defibrillator.
Een AED is een relatief simpel apparaat, maar een zeer effectief hulpmiddel bij een reanimatie. De AED meet de elektrische activiteit van het hart, het hartritme van het slachtoffer. Wanneer de AED een hartritme meet dat geïnterpreteerd wordt als ventrikel- (kamer)fibrilleren geeft de AED een stroomstoot af. Een AED is hierin uitermate betrouwbaar. De bediening van de AED bestaat uit het aanzetten van de AED, het plakken van de elektroden op de borstkast van het slachtoffer en het bedienen van de schokknop. Deze laatste bediening wordt door sommige AED’s automatisch gedaan. Daarbij zal de AED de hulpverlener d.m.v. gesproken commando’s door het reanimatie- en defibrillatie proces leiden. Dus wanneer de AED aangezet is hoeft de hulpverlener alleen maar de gegeven instructies op te volgen.
In meer dan 80 % van de gevallen waarin iemand plotseling in elkaar zakt en een stilstand van de bloedsomloop heeft, zal ventrikelfibrillatie al dan niet ten gevolge van een hartinfarct hiervan de oorzaak van zijn.
De kamers (ventrikels) van het hart die verantwoordelijk zijn voor het rondpompen van het bloed door het lichaam gaan trillen (fibrilleren) in plaats van samenknijpen. Het gevolg daarvan is dat het hart niet langer meer bloed door het lichaam zal pompen.
De enige doeltreffende eerste hulp in zo`n geval bestaat uit het toepassen van reanimatie en defibrillatie. Met alleen hartmassage en mond op mond beademing (reanimatie) houdt men kunstmatig de circulatie van het bloed op gang. De hersenen die het meest afhankelijk zijn van zuurstof krijgen op die manier zuurstofrijk bloed aangeboden wat de kans op herstel sterk zal verbeteren.
De oorzaak van de circulatiestilstand (de ventrikelfibrillatie) zal men echter niet met alleen hartmassage en mond op mond beademing kunnen opheffen. Hiervoor dient het hart gedefibrilleerd te worden. Defibrillatie houdt in dat men een hoeveelheid stroom door het hart stuurt die de elektrische chaos in het hart tot stilstand brengt. Hierna kan het hart weer in een normaal ritme gaan kloppen.
Het belang van vroegtijdige defibrillatie is gelegen in het feit dat hiermee de kans op herstel aanzienlijk stijgt. Dit geldt echter alleen wanneer dit binnen de eerste zes minuten na het ontstaan van de vermoedelijke circulatie- of hartstilstand plaatsvindt. Onderzoek heeft aangetoond dat iedere minuut na het ontstaan van de circulatie- of stilstand de overlevingskans van het slachtoffer met ongeveer 10 % afneemt. Wanneer u zich realiseert dat de aanrijdtijd van een ambulance al gauw 10 tot 15 minuten kost, is het duidelijk dat vroegtijdige reanimatie en defibrillatie van levensbelang is. Voorheen was het zo dat alleen speciaal opgeleide verpleegkundigen in ziekenhuizen of ambulancepersoneel deze apparaten konden en mochten bedienen. Naar aanleiding van verschillende onderzoeken onder leken heeft men deze apparaten (defibrillatoren) zo ver door ontwikkeld dat zij ook door (bijna) leken kunnen en mogen worden bediend.
De Nederlandse Reanimatie Raad, gedragen door onder meer de Nederlandse Hartstichting, Het Oranje Kruis, het Nederlandse Rode Kruis en vereniging van Artsen, volgt de wereldwijde opvatting onder deskundigen dat het gebruik van de AED bevorderd moet worden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft in april 2002 opdracht gegeven via een Algemene Maatregel van Bestuur de Wet BIG zodanig te wijzigen dat het gebruik van de AED door medische leken is toegestaan. Hiermee is de mogelijkheid geschapen dat iedereen na een korte training de AED mag hanteren.
In Nederland mag daarom iedereen (die kan reanimeren en de AED bedienen) als goed burger een AED inzetten als dit nodig is. Juridische bescherming wordt dus automatisch door de wet zelf geboden. Dit maakt de term `juridische afdekking` die soms gebruikt wordt, geheel overbodig.
Toonaangevende internationale organisaties zoals de American Heart Associan en de Europese Reanimatie Raad raden met klem aan deze defibrillatoren zoveel mogelijk in te zetten en leken te trainen in het gebruik ervan. Ook Stichting AED gemeente Staphorst wil het gebruik van de AED stimuleren en bevorderen.